Trio San Fransisco

Op een nacht, lang geleden, speelden ze in het gelijknamige café aan de Amsterdamse Zeedijk en voldeden ze zo hun drankrekening. Deze ontmoeting resulteerde onder andere in de CD ‘Prisoners of Pleasure’ (1996).

Daarna keerde D’Agaro terug naar Italië, werkte Bergin zijn band MOB uit tot één van Nederlands sterkste jazzorkesten en kreeg Delius met zijn karakteristieke sound op tenorsax steeds meer internationale erkenning. Maar intussen kwamen ze elkaar steeds tegen in de meest uiteenlopende muzikale situaties. Vorig jaar dook het trio op bij de Groningse ZomerJazzFietsTour. Het was een feest om ze daar samen te horen en te zien, met hun vakmanschap en gekke, originele invallen. Bovendien hebben ze ieder dezelfde instelling om met de jazz verder te gaan en met allerlei ander moois – Schotse Folk, Zuidafrikaanse Kwela, kinderliedjes – te combineren. Buiten hun vele andere muziekwerk spelen ze sindsdien weer geregeld gedrieën.

Zuid-Afrikaan Sean Bergin heeft zich sinds zijn komst naar Nederland in 1975 onmisbaar gemaakt in de geïmproviseerde scene. Als saxofonist, multi-instrumentalist, componist, workshopleider en bandleider. Bij en met Ernst Reijseger, het Theo Loevendie Consort, Misha Mengelberg’s ICP Tentet, Tristan Honsinger en Vera Vingerhoeds. Hij mengt de jazz graag met Zuid-Afrikaanse kwela-muziek en ontving de Boy Edgar Jazz Prijs 2000. Vandaar dat hij ook met allerlei fluitjes, slagwerk en de accordeon uitstekend overweg kan.

Italiaan Daniele D’Agaro (klarinet, basklarinet, tenorsax) ging heen-en-weer tussen Duitsland, Nederland, Italië en de rest van de wereld. Daarom bevat zijn orkest Adriatics Slovenen, Oostenrijkers en Italianen. Daarom ook vormde hij een duo met kerkorganist Mauro Constanini dat kerkmuziek van Duke Ellington en postgregoriaans werk uitvoerde. Hij toerde door Amerika met Mark Helias, in Nederland en Duitsland met Han Bennink en Ernst Glerum, speelde hier dikwijls met pianist Curtis Clark. Nederland was zo’n 20 jaar zijn thuisbasis, nu woont hij alweer tien jaar in Italië.

Saxofonist Tobias Delius won in 2003 de Boy Edgar Jazz Prijs. Citaten uit het juryrapport: 'Eigenzinnige hantering van de jazz traditie' en 'een eigen geluid waarin oude heldentenoren op de achtergrond meespelen'. Zijn rauwe en smeulende toon heeft Delius van tenoristen als Coleman Hawkins en Leon Chu Berry uit de jaren dertig. Geboren in Oxford en opgevoed in het Ruhrgebied studeerde hij twintig jaar geleden aan het Amsterdamse conservatorium. Hij kwam daar terecht in de kring van Sean Bergin, Tristan Honsinger, Han Bennink en Frank van Bommel en is daar, gelukkig maar, gebleven.

 

Geef een reactie